Hoogbegaafdheid

Een hoogbegaafd kind is anders dan een ‘gewoon’ begaafd kind. Het is niet dat hoogbegaafde kinderen sneller denken en dus opdrachten sneller snappen. Een hoogbegaafd kind heeft vaak een totaal andere manier van denken, van leren en omgaan met de wereld.

 

Op school bekijken wij verschillende factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van hoogbegaafdheid. Een eerste factor hiervan is de intelligentie, die in hoge mate bij een leerling aanwezig is. Dit kan gemeten worden door een intelligentietest waaruit een IQ-score komt. Een tweede belangrijke factor is de creativiteit van een leerling. Creativiteit wordt hier verstaan als het bijvoorbeeld kunnen bedenken van een origineel idee, het buiten de kaders durven denken. Een derde factor die aanwezig is, is een grote motivatie. Deze leerling laat heel veel doorzettingsvermogen, gedrevenheid en plezier zien bij het uitvoeren van een opdracht. Tevens zijn dit niet de enige 3 factoren waar een kind op bekeken wordt. Een grote factor die bijdraagt aan dit alles is de sociale omgeving. Zo spelen het gezin, de vrienden en de school een belangrijke rol in het uiting komen van de begaafdheid (JSW, 2006).

 

Om hoogbegaafdheid te kunnen signaleren maken wij hier op school gebruik van het DHH-protocol (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid). Dit protocol begeleid de leerkrachten in het signaleren, diagnostiek en de begeleiding van de leerlingen. Het DHH-protocol bestaat uit 4 stappen waardoor wij de leerlingen optimaal kunnen begeleiden. Allereerst maken wij een gebruiken wij de QuickScan om een duidelijk beeld te krijgen van de leerling wat betreft zijn presentaties op een begaafd niveau. De QuickScan is hierbij een hulmiddel om te zien of dit daadwerkelijk het geval is.  De vervolgstap is het signaleren, hierbij bekijkt de leerkracht of er onderzoek nodig is of dat de school zelf passend onderwijs kan bieden. Stap 2 is de diagnostiek, die gebruikt wordt om een educatief profiel voor de leerling te maken. Stapsgewijs wordt er in beeld gebracht welke behoefte de leerling heeft. Vervolgens wordt er met het team en in het team besproken hoe wij deze leerling het beste kunnen begeleiden. Uiteindelijk evalueren wij samen met leerlingen en ouders op het proces en ondernemen wij mogelijke vervolgstappen (DHH, 2016).